Kleurige vlakken vertonen zich als grote vormen,
randen als een afbake­ning, als een overgang,
het witte doek als pril begin onbeschilderd  gelaten.

Het koloriet vertelt het verhaal van de reis.
Hoe het begon, hoe het verliep, hoe het geworden is.
In aanzet het verhaal van een landschap (ooit),
van India (eens),
van kleuren (eeuwig).

Wat blijft is de huid, het onderlinge spel van de beeldelementen ,
de verstilde beweging.
Onlosmakelijk verbonden met het schilderen zelf:
dat wat op het doek ontstaat en zich steeds weer als een nieuw avontuur aandient.

 

Jan Baas